Johannes de Theoloog
Johannes was ongeveer 12 jaar en visser aan het meer van Tiberias (ook wel Genesaret genoemd), toen hij door Jezus werd geroepen om hem te volgen. Hij wordt wel beschouwd als diens lievelingsleerling en staat als enige van de apostelen onder het kruis, blijkbaar niet bevreesd voor de mogelijke consequenties. Vlak voor hij stierf droeg Jezus hem op voor zijn moeder, Maria, te zorgen.
Na de hemelvaart van Christus werkte hij in Jeruzalem, evenals Petrus, en rond het jaar 66 verbleef hij in Klein Azië, om de leer van Christus te verspreiden. Tijdens de christenvervolging onder keizer Domitianus, werd hij gemarteld door te worden overgoten met kokende olie, waarna hij naar het eiland Patmos werd verbannen. Daar kreeg hij een visioen van de Openbaring (Apocalyps), dat hij optekende.
Na zijn verbanning keerde hij terug naar Efeze, waar hij het vierde evangelie zou hebben geschreven. Hij stierf omstreeks het jaar 100.
Op deze icoon is de engel Hesychia te zien die hem de woorden van het evangelie influistert.
Johannes wordt op vaak iconen afgebeeld als een oude man, kaal, met een witte of grijze baard, terwijl hij in de westerse kunst veelal als een jonge man wordt neergezet. Zijn houding is dynamisch, en zijn rug enigszins gebogen, verwijzend naar zijn aanwezigheid bij de kruisiging van Christus. Manuel Philes, een byzantijnse dichter schreef in de veertiende eeuw:
‘De zoon van Zebedeus (= Johannes) is gebogen naar de grond, want hij draagt op zijn schouders het juk van de Heer.’
Johannes draagt een bruin/groene mantel en een blauw onderkleed.