Geboorte- of Kersticoon
Het feest van de geboorte van Christus (Kerstmis): Jezus is geboren, in doeken gewikkeld ligt hij op de schoot van Maria. De kribbe heeft de vorm van een houten kist en verwijst naar het graf, waaruit Hij zal opstaan op de derde dag na zijn lijden en sterven. De os en de ezel staan voor heel de schepping.
De grot is donker, wat duidt op het voor ons ondoorgrondelijke mysterie van Gods menswording. Jozef kijkt vol verwondering toe en overweegt dit mysterie en de woorden van de engel over Maria en haar kind.
Drie lichtstralen schieten uit de geopende Hemel rechts bovenin naar Maria die door de Heilige Geest is overschaduwd. De drie sterren op haar kleed duiden op haar maagdelijkheid voor, tijdens en na de geboorte van Jezus. Ze ligt op een rood kussen als een byzantijnse keizerin. Het rode bovenkleed heeft de kleur van het menselijke. Haar blauwe onderkleed verwijst naar het Goddelijke. Door haar werd de eeuwige Zoon van God als mens geboren.
Boven de geboortegrot verschijnen engelen die Christus' geboorte aankondigen.
De rotsen vormen traptreden naar de top van de berg. Het is de top waar God en mens elkaar ontmoeten en in Christus met elkaar verenigd worden. God die Zichzelf wegschenkende volmaakte Liefde is en Zichzelf volledig openbaart in zijn Zoon, Jezus Christus. Wie Hem ziet, ziet de Vader (Johannes 12,45). Het eeuwenlange verlangen van Gods volk om Hem te mogen zien van Aangezicht tot aangezicht is vervuld. God toont ons zijn oneindige barmhartigheid.